(Stap 1 deel 2)
Ontwerpen van een kruispunt.
Soorten kruispunten:
· Driesprong: een kruispunt met drie takken, of een t-splitsing.
· Viersprong: een kruispunt met vier takken.
· Rotonde: een rond kruispunt waar het verkeer op d rotonde voorrang heeft.
· Bajonetkruispunt: een kruispunt waar het verkeer door twee kruispunten moet.
· Kwadrantkruispunten: een kruispunt waar het links afslaand verkeer via een extra weg rijd.
· Continuous-flow intersection: een kruispunt waar links afslaand verkeer al voor het kruispunt links moet rijden.
· Hook turn: een kruispunt waar links afslaand verkeer rechts blijft rijden tot het verkeer afslaat.
· Jughandle: een kruispunt waar links afslaand verkeer eerst rechtsaf moet slaan.
· Michigan left: als je hier linksaf wil slaan moet je eerst rechts om vervolgens via een zijweg links te gaan.
· Superstreet: een variant van Michigan left waar je vanaf de zijweg niet recht kan oversteken
De voor-en na delen van de kruispunten:
· Driesprong voordelen: snel, simpel en overzichtelijk.
· Driesprong nadelen: weinig plek al is er veel verkeer, weinig wegen ongemakkelijk als je door wilt rijden.
· Viersprong voordelen: er is veel plek, ook veel overzicht.
· Viersprong nadelen: het kan heel snel gaan, stoplichten zijn nodig, dit kan zorgen voor grote files.
· Rotonde voordelen : het kan goed doorrijden, er kan veel verkeer op, relatief veilig voor auto’s, kan meerdere wegen laten kruisen.
· Rotonde nadelen: het is niet altijd veilig voor fietsers, het belast de bestuurder heel erg ook vermoeit het omdat het veel extra aandacht vraagt.
· Bajonetkruispunt voordelen: het haalt de snelheid eruit dit zorgt voor meer veiligheid, er kunnen minder grote wegen worden gekoppeld aan de t-splitsing.
· Bajonetkruispunt nadelen: door de beperkte capaciteit kunnen de bestuurders die rechtdoor gaan en dus twee keer af moeten slaan hierdoor is het mogelijk dat het hele kruispunt geblokkeerd word, door de vorm van de splitsing slijten deze wegen vaak snel
· Kwadrantkruispunt voordelen: doordat er een linker weg is voor het links afslaande verkeer hierdoor word het veiliger want er zijn minder weggebruikers op het kruispunt.
· Kwadrantkruispunt nadelen: het kruispunt neemt veel ruimte in omdat er een extra weg is, het voordeel geld alleen voor het links afslaande verkeer
· Coninuous-flow intersection voordelen: de capaciteit van het kruispunt is vrij groot want het links afslaand verkeer moet al voor het kruispunt links afslaan zo kan er ook een rij stoplichten bespaard worden zo staan de andere stoplichten langer p groen en dus is er meer capaciteit.
· Coninuous-flow intersection nadelen: veel bestuurders zijn niet bekend met dit kruispunt, dit kan verwarring opleveren, hierom moeten er veel borden en markeringen gebruikt worden.
· Hook turn voordelen: Op dit kruispunt blijft het midden van het kruispunt vrij. Zo is er plek voor bijvoorbeeld een tram.
· Hook turn nadelen: Hier kruist het link afslaande verkeer het rechts afslaande verkeer, dit zorgt voor meer confronterende verkeersstromen en dus een grotere kans op botsingen.
· Jughandle voordelen: doordat het links afslaande verkeer zich niet meer op de linkerrijstrook bevind kan er op wegen met een hogere maximale snelheid meer plek worden gebruikt zodat er meer capaciteit is.
· Jughandle nadelen: als er veel verkeer links afslaat, of er zijn bestuurders die onervaren zijn met dit kruispunt kan er wat verwarring optreden en dus meer risico veroorzaken.
· Michigan left voordelen: volgens onderzoek heeft het links afslaand verkeer minder ongelukken, er zijn ook minder wegen op het kruispunt waardoor de stoplichten langer op groen kunnen staan.
· Michigan left nadelen: een groot probleem is opnieuw de onbekendheid van dit kruispunt. Als er veel verkeer links moet kan de Michigan een capaciteitsprobleem hebben.
· Superstreet voordelen: de Superstreet is heel veilig vergeleken met andere kruispunten, met half zoveel letsels op de teller is dit een echt veilig kruispunt.
· Superstreet nadelen: als auto’s vanaf kleinere wegen komen moeten ze meer afslaande bewegingen maken. Een ander groot probleem is dat de Superstreet veel ruimte opneemt.
Waar moet een kruispunt aan voldoen:
Driesprong: drie armen, T-splitsing of Y-splitsing.
Viersprong: vier armen, ‘’kruis’’.
Rotonde: cirkel, veel ingangspunten en uitgangspunten.
Bajonetkruispunt: twee T-splitsingen, vrij klein.
Kwadrantkruispunt: een derde weg, groot.
Continuous-flow intersection: minder verkeerslichtfases, sneller dan veel kruispunten.
Hook turn: het midden van een kruispunt blijft vrij, veel verkeersstromen.
Jughandle: minder confronterende verkeersstromen, beperkte capaciteit.
Michigan Left: minder botsingen, verkeerslichten kunnen langer op groen staan, heel groot
Superstreet: veel minder ongelukken, lastiger voor mensen met grote auto’s